Het klink zo vredig: “Hij gaat maandag slapen en wordt dan niet meer wakker”. Het telefoontje van mijn moeder kwam niet onverwacht. Mijn lieve (stief)vader was op: hij kon niet meer zitten, niet meer liggen, niet meer lopen. De kanker had zijn lijf te pakken en al wat overbleef, was pijn en ongemak.
Het weekend stond in het teken van het naderende afscheid. Van zijn kinderen, kleinkinderen, vrienden, broer. Er werd gelachen en gehuild. Het laatste afscheid was het moeilijkste, van zijn innig geliefde vrouw, mijn moeder, die hij zo intens liefhad. Hij kon het aan, omdat hij ervan overtuigd was dat hij haar in het hiernamaals weer zou zien. En daar ging hij heen, nu hij ging slapen.
Euthanasie was geen optie. Palliatieve sedatie wel. Slapen en niet meer wakker worden, het klinkt vredig. Maar… dat was het niet. Want op de tweede avond werd hij wakker en riep om zijn vrouw. Een traumatische gebeurtenis voor mijn moeder, vooral ook omdat de verzorgende (slaapwacht) niet zelf het slaapmiddel wilde verhogen. Mijn moeder moest dat knopje maar indrukken, zij mocht dat niet. Maar mijn moeder trilde te erg en kreeg het niet voor elkaar. Een specialistisch verpleegkundige kwam uiteindelijk en zij gaf aan het heel vervelend te vinden. “Dit komt zelden voor”.
Dat kan zijn, maar de volgende avond gebeurde het nogmaals. Nu had hij zelfs zijn benen al over de rand van het bed gegooid. Dit keer was er wel een verzorgende die onmiddellijk het slaapmiddel verhoogde. Maar opnieuw schokkend voor mijn moeder, die toch al op de toppen van haar zenuwen leefde.
Uiteindelijk is onze vader zaterdagavond overleden, na nog een uur strijd en benauwdheid. “Hij heeft daar niets van gemerkt”, aldus de verpleegkundige. We mogen het hopen.
Een week in slaap worden gehouden zonder eten, zonder drinken, dan ga je inderdaad dood. Is palliatieve sedatie dan in feite geen uitgestelde euthanasie? Ik weet nu in ieder geval heel zeker waar ik de voorkeur aan geef.